Ondergrondse fietsenstalling Kleine-Gartmanplantsoen
Direct naast het Leidseplein heeft Ballast Nedam Park & Connect een ondergrondse fietsenstalling gebouwd. Een grote uitdaging, omdat het piepkleine bouwterrein ingeklemd lag tussen een gracht, een trambaan en overvolle terrassen. Bovendien is de fietsenstalling niet op het maaiveld gerealiseerd, maar juist een paar meter eronder. Zo is ondergronds een functionele plek gecreëerd, die daarnaast bovengronds weer ruimte terug geeft aan één van de drukste plekken van Amsterdam.
-
2.012 fietsparkeerplekken
-
40 procent fietsverkeer
-
2 -laagse fietsrekken
Een slimme oplossing voor fietsparkeren
Op het Leidseplein en het Kleine-Gartmanplantsoen stonden dagelijks zo’n 3500 fietsen geparkeerd. Dat is inmiddels verleden tijd. Met de realisatie van de ondergrondse fietsenstalling, bestaande uit een robuuste constructie met één bouwlaag, creëerden we parkeergelegenheid voor meer dan 2.000 fietsen. Om die capaciteit te realiseren, hebben we de plek zo efficiënt mogelijk ingericht. Zo is er ruimte gemaakt voor 2-laagse fietsrekken, hebben we de beheerdersruimte op een slimme plek gepositioneerd en is er voldoende stallingsruimte gecreëerd voor fietsen met een afwijkend formaat.
Hagedissen van Blauw-Jan
De stalling onder het Kleine-Gartmanplantsoen is voor fietsende bezoekers dé entree tot het Leidseplein. Daarom hebben we gekozen voor de combinatie van een functioneel ontwerp en een strak design. Binnen het ontwerp ligt de focus op toetreding van daglicht, voor een prettige en transparante sfeer. Maar ook hebben we historische elementen geïntegreerd. Bij de entrees is namelijk gebruik gemaakt van metselwerk in kenmerkende Amsterdamse School en op de vloer leiden de hagedissen van Blauw Jan je visueel, wanneer je de fiets hebt gestald, naar de uitgang. Op die manier creëerden we een veilige fietsenstalling, die volledig past bij de kunst en de allure van de iconische omgeving.
Een piepklein bouwterrein
Hoogwaardig design op de vierkante meter – of eigenlijk driehoekige – centimeter. Het piepkleine bouwterrein lag ingeklemd tussen horeca met terrassen, een bioscoop, een gracht, een intensief gebruikt fietspad en een trambaan. Dat vroeg om de ‘wandendak-methode’: een doordacht bouwproces dat zo min mogelijk overlast geeft. Stap één was het boren van buispalen. Hierdoor hoefden we geen damwanden de grond in te trillen. Voor stap twee realiseerden we het dak van de stalling. Hiermee kwam een deel van de bovenliggende ruimte vrij en kon dit al vrij snel teruggeven worden aan de omgeving. Als laatste stap hebben we ondergronds verder gegraven en realiseerden we de volledige afwerking.
Manoeuvreren op één van de drukste plekjes in Amsterdam
De bewegingsruimte was nihil en dat vertaalde zich in alles. Daarom hebben we nauwkeurig uitgedacht hoe we ons konden manoeuvreren op de bouwplaats. Onze mensen kwamen met het openbaar vervoer, want voor werkbusjes was geen plek. Daarnaast verzamelden we het bouwmateriaal buiten de stad en brachten we dit in kleine gedeelten op tijd naar de bouwplaats. Zo hebben we met slimme oplossingen een goede balans gevonden tussen alle logistieke processen.