Industrieel modulair bouwen: deeloplossing voor meerdere problemen
Heddes Bouw & Ontwikkeling, bedrijfsonderdeel van Ballast Nedam, werkt samen met Ursem Modulaire Bouwsystemen* en Schouten Techniek aan industrieel geproduceerde, modulaire woningen. De ene keer gaat het om 300 studentenwoningen in Amsterdam, de andere keer om 44 ruime appartementen voor sociale huurders in Schagen. Voor dit laatste project werd, in opdracht van woningcorporatie Wooncompagnie, in november 2023 het gehele complex ‘De Tramhalte’ binnen drie weken op locatie in elkaar gezet.
Maar er zijn meer voordelen. Bouwen in de fabriek betekent bouwen onder optimale condities. Last van wind en regen zul je er niet hebben. Dat maakt het gemakkelijk om de kwaliteit van het werk te borgen. En zodra de modules naar locatie gaan, verrijst daar binnen een paar weken een compleet gebouw. Andere koek dan de vele maanden of soms zelfs langer, die daar bij traditionele bouw mee gemoeid zijn. “Er is op de bouwplaats dus veel minder lang overlast”, aldus Boaz. “Zowel in termen van lawaai en bouwverkeer als uitstoot. Dat laatste betekent ook een grote plus in het kader van de stikstofproblematiek.” Nog een voordeel: industriële woningbouw omzeilt de schaarste aan technische vakmensen. Anders dan op de traditionele bouwplaats zijn aan de lopende band in de fabriek van Ursem geen allround timmerlieden nodig, maar medewerkers die bepaalde taken goed kunnen uitvoeren. “De personeelsvijver waarin wij vissen, is daarmee behoorlijk groot.”
Singles en kleine gezinnen
Projectontwikkelaar Peter Cornielje van Wooncompagnie: “Regioplein was ons eerste project met modulaire woningen. De ervaringen waren positief, zowel van ons als opdrachtgever als van de bewoners. Dat smaakte naar meer. Dus voor De Tramhalte heb ik op basis van Regioplein zelf de hoofdlijnen op papier gezet, inclusief de modules die we wilden. Daarna ben ik met mijn tekeningen naar Heddes gestapt met de vraag: kunnen jullie dit maken?” Het antwoord luidde bevestigend. Peter is een groot voorstander van conceptueel, industrieel en modulair bouwen. Hij sluit zich daarbij grotendeels aan bij de eerder genoemde voordelen. “We zijn de aarde aan het uitputten. Daarom is het belangrijk om biobased materialen te gebruiken, en ook in te zetten op circulariteit door middel van losmaakbaarheid en verplaatsbaarheid van alle elementen waaruit het gebouw bestaat.” Daarmee, zo weet Peter, komen projecten in aanmerking voor de Milieu Investeringsaftrek (MIA). Ook bij De Tramhalte is dat gelukt. “Heddes heeft zich daar flink voor ingespannen, door toepassing van biobased materialen en FSC hout, plus het aanleveren van alle voor de MIA benodigde documentatie.”
Steeds duurzamer
Nederland heeft ruim 100.000 woningen per jaar nodig, maar dat aantal wordt voorlopig niet gehaald door vele vertragende factoren, stijgende kosten en de eerder genoemde stikstofproblematiek. Vormt industrieel, modulair bouwen dé oplossing om veel van deze problemen te tackelen? “Je kunt niet zeggen dat het dé oplossing is. Maar door de productiesnelheid en de geringe uitstoot vormen wij wel degelijk een deel van de oplossing voor het woningtekort.” Voor Boaz persoonlijk voelt het op zijn beurt goed om daar deel van uit te maken. “Wij zijn ook in staat om exclusieve woningen te maken, maar het gros bestaat toch wel uit woningen voor de sociale sector. Dus die bouwen we voor mensen die geen onbegrensde middelen hebben, maar evengoed een dak boven hun hoofd willen hebben. Ik vind het fijn dat wij kunnen helpen om in die behoefte te voorzien.”
Meedenken
“Je doet het echt samen. En ondanks dat je een bestaand product koopt, is men bereid om met je mee te denken. Zo waren de balkondeuren oorspronkelijk naar binnen draaiend. Dat wilden wij liever niet. Want de draaicirkel neemt dan binnen ruimte weg. Bovendien betekent het bij regen dat het vocht op de vloer van de woning druppelt zodra je die deur opendoet. Uit ervaring weten wij dat huurders daarover gaan klagen. Ik weet dat andere systeembouwers in zo’n geval zeggen: dat kan niet anders, want dan past het niet in ons systeem. Maar na wat gesteggel in een prettige sfeer hebben Heddes, Ursem en Schouten hun systeem voor ons aangepast. De balkondeuren draaien nu naar buiten open.”
Structurele positie
Industrieel en modulair bouwen lijkt de wind dus in de zeilen te hebben. Ook omdat een belangrijke drempel, de goedkeuring van Welstandscommissies, steeds beter genomen wordt. “Bij vergunningaanvragen toonde de Welstand zich bijzonder kritisch ten aanzien van de visuele kwaliteit van modulaire woningen”, vertelt Boaz. “Maar men stelt zich inmiddels steeds constructiever op. Dat komt mede omdat wij er steeds meer aandacht aan besteden. Zo werken wij veel samen met het gerenommeerde bureau Uytenhaak + partners architecten. Op die manier vorm je een goede gesprekspartner voor Welstand, en laat je zien dat je ook het esthetische aspect van modulaire woningbouw serieus neemt. Zo komen we langs meerdere wegen tot een steeds mooier, beter, duurzamer en betaalbaarder product.”
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
De Tramhalte was voor Heddes een pilotproject in het kader van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Heddes heeft tijdens deze pilot samen met kwaliteitsborger PlanGarant ervaring opgedaan met het kwaliteitsborgingsinstrument VKB. Daarbij is gebruik gemaakt van Dalux Field voor de kwaliteitscontroles en Dalux Box voor het documentenbeheer. Het resultaat zijn diverse leerervaringen die Heddes zal gebruiken om bij toekomstige Wkb-projecten aan de wet te voldoen op een manier die aansluit bij de praktijk, efficiënt en gebruiksvriendelijk is.
Heddes heeft, als eerste bedrijf binnen Ballast Nedam, de “verklaring van gerechtvaardigd vertrouwen” van PlanGarant ontvangen. Hiermee heeft PlanGarant aangegeven dat er naar zijn oordeel een gerechtvaardigd vertrouwen is dat het project voldoet aan de regels van het Bouwbesluit.
* Ballast Nedam heeft een belang van 50% in Ursem Modulaire Bouwsystemen.