Ton Buijink: “Alle projecten moeten weer honderd jaar mee kunnen”

Ton Buijink: “Alle projecten moeten weer honderd jaar mee kunnen”

Sluizen, bruggen, tunnels, viaducten, kademuren… Ballast Nedam vernieuwt en renoveert infrastructurele objecten in heel Nederland. Hoe (en waarom)? We vroegen het aan één van onze sleutelfiguren op dit gebied: Ton Buijink.

Ton, waarom ligt er zo’n grote renovatieopgave binnen de Nederlandse infrastructuur?
Een groot deel van de infrastructuur in Nederland is gebouwd in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw. Inmiddels wordt het veel intensiever gebruikt dan vooraf was voorzien, waardoor veel objecten de ontwerplevensduur van honderd jaar niet halen. Die objecten moeten dus eerder vervangen of gerenoveerd worden.
Bij deze werkzaamheden komen veel van onze expertises samen
Ton Buijink Directeur Ballast Nedam Infra Projects
Merken we daar al wat van in Nederland?
Ja, het is de laatste jaren steeds duidelijker merkbaar. Sommige bruggen zijn zelfs een tijd afgesloten geweest voor zwaar verkeer, zoals de Merwedebrug bij Gorinchem in 2016 en de brug over de Maas bij Grave in 2020.


Wat doet Ballast Nedam binnen dit vakgebied?
Onze focus ligt op het vernieuwen en renoveren van vaste en beweegbare bruggen, sluizen en tunnels. Deze projecten kunnen wij aangaan dankzij de deskundigheid die wij zelf in huis hebben of die van onze vaste partners. Bij deze werkzaamheden komen veel van onze expertises samen, die we ook al volop inzetten bij andere projecten van Ballast Nedam. We hebben bijvoorbeeld kennis van projectmanagement, betonconstructies, het aanbrengen en herstellen van asfvaltverhardingen en het vervangen van elektrotechnische en werktuigbouwkundige systemen. Daarbij bundelen we onze kennis vanuit organisatieonderdelen Ballast Nedam Infra Projects, Ballast Nedam Park & Connect en Ballast Nedam Road Specialties én zetten we de kennis van onze afdeling Digitale Transformatie & Innovatie in.

Wat maakt vernieuwing en renovatie van infrastructuur extra uitdagend?
We weten bij aanvang niet precies waar we aan beginnen. Maar dat geldt voor alle partijen op deze projecten: opdrachtgevers, opdrachtnemers en kennispartners. Dit maakt het lastig, want wanneer we een brug gedeeltelijk of volledig gaan vernieuwen, is het bijvoorbeeld niet altijd bekend wat de status is van de fundatie die onder de brug zit of wat de status van het dek is. Pas als we aan het project beginnen, zien we wat de werkelijke situatie is. Dat kan tegenvallen, of juist niet. Hoe halen we de brug eruit? En wat is er nodig om de brug aan te drijven? Hoe vervangen we het hefdeel? En hoe pakken we het aandrijfwerk aan dat ervoor zorgt dat de klep open kan voor scheepvaartverkeer?  

Het is best een risico om aan zulke projecten te beginnen. Hoe pakken we dat aan?
Klopt. Daarom is openheid over deze uitdaging tussen onze opdrachtgevers en onszelf erg belangrijk. In de vorm van het tweefasencontract houden onze opdrachtgevers daar al rekening mee. In de eerste fase detailleren we het project uit met de opdrachtgever, waarna de opdrachtsom definitief is te maken. We trekken hierin samen op met onze opdrachtgever, zodat er voor beiden minder onzekerheden in het project zijn. Deze contractvorm is geen oplossing voor álle vernieuwing- en renovatieprojecten, maar het helpt enorm. Door alles goed af te stemmen en daarna volgens plan uit te voeren, zorgen we er uiteindelijk voor dat het object weer sterk genoeg is om honderd jaar mee te kunnen.

Terug naar