Net op tijd voor de coronacrisis: Projectmanager Marc Harks werkte jarenlang aan Curaçao Medical Center
In maart 2015 pakte het gezin van Marc Harks hun koffers en vertrokken ze uit Brabant met een enkeltje Curaçao op zak. Op het eiland begon Marc als Hoofd Werkvoorbereiding op project Curaçao Medical Center, maar werd hij uiteindelijk Projectmanager. ‘Het waren turbulente jaren. Maar ik ben trots.’
Het ritme van het eiland beviel goed. Zó goed zelfs, dat Marc inmiddels de laatste Nederlandse Ballast Nedammer is die op Curaçao te vinden is. Na de succesvolle oplevering eind 2019 bleef hij op het eiland om nazorg van het gebouw te verlenen en de allerlaatste afwerkingen te begeleiden. Het ziekenhuis is sinds oplevering volledig in bedrijf, met driehonderd bedden, zeven operatiekamers en de meest moderne apparatuur. Allemaal gebaseerd op de Nederlandse en Europese standaarden.
Lokale collega’s
Op het project werd gestreefd om ongeveer tachtig procent van de bestede manuren uit te voeren met lokale arbeidskrachten. Dat was een uitdaging, want het ziekenhuis is verreweg het grootste project dat ooit op Curaçao is gebouwd. “Op de piek van de planning waren er bijvoorbeeld veertig à vijftig betonvlechters nodig”, blikt Marc terug. “Zoveel ervaren mensen op dat gebied vind je niet op een eiland. Daarom moesten we soms ook buiten de grenzen van Curaçao kijken. Veel eilandbewoners waren absoluut gemotiveerd om te werken. De ene dag meldde iemand zich bij het uitzendbureau als timmerman, waarna het na die klus bleek dat we hem ook als loodgieter konden inzetten.” Marc lacht: “En na een tijdje kwam ik hem tegen terwijl hij een daktuin stond aan te leggen. Dat zijn de voordelen van de mensen hier: ze wonen in een kleine gemeenschap en zijn al gauw wat breder ontwikkeld omdat ze veel zaken zelf moeten oplossen.”
Een échte uitdaging
Hoe Marc naar het ziekenhuis kijkt? Dat gevoel is dubbel. “Ik ben ontzettend trots op wat we hier hebben neergezet, maar het waren turbulente jaren en lastige omstandigheden. Ballast Nedam heeft in deze periode donkere tijden gekend en na de overname door Rönesans Holding is ons projectteam flink gewisseld. Ik besef daardoor heel goed hoe bijzonder het is dat wij dit ziekenhuis hebben gerealiseerd. Het was echt een uitdaging.”
Ondanks de uitdagingen, kreeg het team van Marc het eind 2019 toch voor elkaar: de oplevering van een gigantisch en complex ziekenhuis. “In Nederland heb je verschillende ziekenhuizen met verschillende specialismen. En hier heb je één ziekenhuis waar álles in moet zitten. Curaçao Medical Center heeft stralingsbunkers, een grote dialyse afdeling, een druktank en talloze soorten moderne apparatuur op de meest uiteenlopende afdelingen. Echt alles zit erin. Ik had nog nooit een ziekenhuis gebouwd, dus ik heb er veel van opgestoken. Vooral vanuit technisch perspectief werd ik er heel enthousiast van. Ook leerde ik veel over de gezondheidszorg: hoe processen in ziekenhuizen lopen en hoe personeel en patiënten zich snel en efficiënt van afdeling naar afdeling moeten kunnen verplaatsen. Bepaalde afdelingen hebben hele strenge hygiëne-eisen en het bouwen van een OK-complex of bestralingsruimte is bijvoorbeeld al een heel project op zich. Uiteindelijk hebben we alles opgeleverd volgens de Europese normen. En daar ben ik trots op.”
Vlak voordat COVID-19 begon
“Dit ziekenhuis functioneert goed”, zegt Marc. “Maar tijdens het piekmoment van de COVID-19 pandemie was het goed om dit nog eens bevestigd te zien. We waren net op tijd.” Toen ook Curaçao in het voorjaar van 2021 zwaar getroffen werd door het rondwarende virus werd de helft van de bedden bezet door coronapatiënten. In het oude ziekenhuis was zorg van dit niveau en opvang op deze schaal niet mogelijk geweest.
De laatste puntjes op de i zijn bijna gezet. En de terugkeer naar Nederland lonkt. Voor Marc is het daarom bijna tijd om zijn koffers te pakken. “Het was absoluut de moeite waard, het was een heerlijke tijd. Nu gaan we kijken hoe het er in Nederland voor staat. En, wie weet, vertrekken we na een tijdje weer naar een nieuw internationaal project van Ballast Nedam.”