Bloemenzee in Maastricht

Dankzij Limburgse mergel en onderling vertrouwen

Door deze ingrediënten kwam de bloemenzee op de Groene Loper Maastricht tot bloei

Slangenkruid, korenbloemen, veldsalie, klaprozen, knoopkruid, streepzaad, margrieten, ossentong… Het groeit allemaal op de Groene Loper in Maastricht, een project van Ballast Nedam. Hoe dit tot stand kwam? Met twee onmisbare ingrediënten: onderling vertrouwen en Limburgse mergel, het ecologische goud.

“Toen de A2 hier nog bovengronds lag, heb ik er met een luchtballon overheen gevaren’, wijst Peter Alblas, ecoloog van Centrum voor Natuur en Milieu Educatie (CNME) Maastricht. “Tientallen bomen stonden langs de weg, dus van boven leek het redelijk groen. Maar als je goed keek stonden er ook verouderde flats en altijd file. Dit deel van Maastricht was een enorme barrière voor de stad.”

Die barrière is inmiddels verdwenen. In een consortium heeft Ballast Nedam de 2,6 kilometer lange snelweg vervangen door een dubbellaagse, ondergrondse tunnel. Hierdoor vormen twee afzonderlijke leefgebieden weer één geheel en werd het voor Ballast Nedam Development mogelijk om bovengronds een groene loper van vijf kilometer aan te leggen. Aan deze loper staan duurzame, energieneutrale woningen én 30.000m2 aan commercieel vastgoed. Onno Dwars, CEO van Ballast Nedam Development: “Al in de tenderfase hebben we actief gekeken naar mogelijkheden om het project zo groen en biodivers mogelijk te maken. We nemen de zeventien Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties serieus en we zien biodiversiteit simpelweg als de basis van ons bestaan. Daarom is het niet meer dan logisch om in de gebouwde omgeving bij te dragen aan het herstel en de bloei van de natuur.”

Nog meer oog voor biodiversiteit

Het gebied is nu, jaren na de luchtballonvaart van Peter, een feestje voor bijen en bewoners. En Peter kan het weten, aangezien hij als ecoloog al vanaf het begin van het project betrokken was. In 2018 ontving hij een telefoontje van Projectbureau A2 met de vraag hoe De Groene Loper Maastricht nog biodiverser kon worden. Die behoefte vanuit de stad wilde het projectbureau in goede samenwerking met de gemeente, de Vogelbescherming en andere partijen oppakken.

Een essentiële samenwerking, vinden Onno en Peter. De vijftig tinten groen die zij op dit project voor ogen hadden, konden daardoor nog kleur- en kansrijker worden. Onno: “Het CNME, de Vogelbescherming en al onze andere samenwerkingspartners zijn de basis voor alle kennis die hier is toegepast rondom biodiversiteit. Ook hun passie inspireert.”

Voor Peter was deze samenwerking een uitgelezen kans om zijn kennis over ecologie toe te passen. “Aanvankelijk hadden we het alleen over de begroeiing langs de lange weg van De Groene Loper Maastricht”,  blikt Peter terug. “Maar dit project is veel breder. De braakliggende hectares grond, waar nu huizen worden gebouwd, hoorden er wat mij betreft ook bij. Ik zag kansen, want op die hectares konden we gemakkelijk een bloemenzee maken als we de ruimte slim beheren.”

Zoals de bijen pionieren, pionier ik ook
Peter Alblas Ecoloog CNME
En zo geschiedde. De projectontwikkelaar vertrouwde de ecoloog, en de ecoloog vertrouwde de projectontwikkelaar. Peter zaaide met zijn team en vijf schoolklassen zo’n vijf hectare grond in. Delen daarvan zijn inmiddels bebouwd, maar op een aantal hectares is het nog steeds feest voor de bijen, insecten en vlinders. En, niet onbelangrijk: voor de omwonenden. Zelfs als alle hectares bebouwd zijn, blijft er ruimte voor de biodiversiteit. Deze plekken zijn geïntegreerd in de gebouwen en de openbare ruimte. Bovenop de tunnel komt bovendien een permanente plek voor bloemen en bijen.

“Zoals de bijen pionieren, pionier ik ook”, zegt Peter. “En het loont. Laatst zag ik hier twee vrouwen een bosje bloemen plukken. Zonde? Welnee. Dat betekent dat we de supermarkt hebben verslagen.”

Mergel en vertrouwen: essentieel voor bloemen en wilde bijen

Op project De Groene Loper Maastricht zette Peter zijn opgedane kennis uit een eerder project in. “Met mergel uit Limburg zorgen we ervoor dat het gras niet dominant wordt. Het is een perfecte match want mergel is heel geschikt voor inheemse bloemen, maar het droogt te snel uit voor het gras. Daardoor kan het gras de bloemen niet verdrukken.”

Na een lange zoektocht regelde Peter een grote hoeveelheid geschikte mergel uit de voormalige ENCI-groeve uit Maastricht. “Dit is een prachtige samenwerking geweest”, blikt Peter terug. “Ballast Nedam, de gemeentelijke afdelingen, Projectbureau A2, Transformatie ENCI, Lievense, West8 en anderen hebben zich samen ingezet. Op die manier konden we 500 ton aan mergel uit de groeve gedoneerd, gekeurd en vervoerd krijgen. Vervolgens hebben we het op het juiste moment, op de juiste plek en in de juiste vorm aangebracht.” En toen was de langverwachte dag aangebroken: vrijwilligers hielpen Peter bij het inzaaien van een special zaadmengsel voor kalkrijke grond. Inmiddels, één jaar later, is het bloeiende resultaat te zien.

Eén nadeel van de mergel? Ook de bloemen moeten vechten om te groeien. Daardoor heeft De Groene Loper Maastricht aanvankelijk ook kale tijden gekend. “Maar juist dat is zo belangrijk”, zegt Peter. “Omwonenden dachten misschien: wat is het hier kaal. Maar eigenlijk gebeurde er een hoop. De wilde bijen profiteerden bijvoorbeeld volop van deze situatie.”

Dat was de bedoeling, want voor de 180 bijensoorten die Maastricht kent, is het steeds lastiger om te overleven. Ze maakten vrijwel gelijk dankbaar gebruik van de kale grond en heuvels van het mergel, waar ze eenvoudig een holletje in de bodem kunnen maken, omringd door bloemen. Ook de sprinkhaan is blij met de kale grond: op de vlaktes legt hij zijn eitjes, waarna hij weer onder de bloemen en planten schuilt. “De bloemen hebben even tijd nodig om door de mergel te dringen, maar als ze uiteindelijk bloeien, worden ze niet weggepest door het gras. Dit is beter voor de bloemen én gemakkelijker in het onderhoud.”

Verschuivend mozaïek

Nog steeds zijn er kale gedeelten, maar de bloemen en planten springen vooral in het oog. Eén van de belangrijkste onderdelen van De Groene Loper Maastricht is het slangenkruid: een icoon voor de Maastrichtse biodiversiteit. Ideaal, want juist in deze regio leeft een zeldzame bijensoort die alleen op dit kruid af komt: de slangenkruidbij. “Met de vrijwilligers hebben we de plantjes uit een ander deel van de stad gehaald. In potten hebben we het thuis maandenlang verzorgd totdat we het hier in mei 2020 konden planten. Dat heeft fantastisch gebloeid, niet te geloven.”

Het slangenkruid is niet het enige onderdeel dat gelukt is. De korenbloemen bloeiden vorig jaar al, maar deden het ook dit jaar weer goed. De hommels zijn blij met de klaprozen en de ossentong. En in de bermen bloeit het knoopkruid. De vroege bijen komen af op de groeiende wede: een oude verfplant uit de kruisbloemenfamilie. De teunisbloem is geliefd onder de nachtvlinders en ook de margrieten hebben dit jaar succes. Toch komen niet alle ingezaaide soorten op. Geen probleem, vindt Peter. “Zo werkt de natuur. Misschien grijpen die volgend jaar hun kans.”

In potten hebben we het slangenkruid thuis maandenlang verzorgd
Peter Alblas Ecoloog CNME
Voor hem is het project inmiddels zijn tweede thuis. “In de stad kiest de mens wat er wordt gebouwd en wat er wordt gekapt. Er is geen klaproos die inspraak heeft. Maar die klaprozen kijken wel altijd of er nog een kansje voor hen is, zodat ze tóch kunnen groeien en bloeien. De bijen zijn net zo. En eigenlijk doe ik dat zelf ook. Ik ben heel blij en trots op de manier waarop we dit project samen hebben opgepakt en hoe biodiversiteit hier een rol in heeft gespeeld. Zo is De Groene Loper Maastricht écht groen.”

Vanuit Ballast Nedam Development is ook Onno meer dan tevreden over dit traject. “Op onze projecten speelt biodiversiteit altijd een belangrijke rol. Op project De Groene Loper Maastricht hebben we uiteraard weer nieuwe inzichten gekregen en extra kennis opgedaan. Dit nemen we absoluut mee naar volgende projecten, zodat we daar ook mooi plekken voor flora en fauna kunnen creëren.”

Tussen alle bloemen kijkt Peter over de bloeiende velden. Hij twijfelt even en grijnst dan: "Dit project is extra goed geslaagd als het elders in de regio ook wordt toegepast. De bijen trekken verder, dus we moeten continu op zoek naar nieuwe plekken. Daarom streef ik naar een verschuivend, bloeiend en zoemend mozaïek dat door stad trekt. Dat lijkt me geweldig.”

Terug naar